De Bejgli is een traditioneel Hongaars dessert typisch voor Kerstmis en Pasen.

Het is een walnotentaart (Diós bejgli) of met maanzaad (Mákos bejgli) .

Van origine uit Silezië, het deeg bestaat uit: bloem, gist, eigeel en boter.

Nadat de vulling is aangebracht, wordt het deeg opgerold tot een regelmatige cilinder, met eigeel bestreken en in de oven gebakken.

De Mákos bejgli, gevuld met maanzaad, bevat ook rozijnen, rum en vanille.

De Diós bejgli, gevuld met walnoten, bevat ook rozijnen en rum, plus citroenschil en uiteraard de walnoten, fijngemalen.

U vindt het recept ook terug in het boek “In cibo veritas, cucina creativa e etnica” en op de blog een ander Hongaars recept met walnoten:

  • Moeilijkheidsgraad: Gemiddeld
  • Kosten: Goedkoop
  • Rusttijd: 1 Uur
  • Bereidingstijd: 10 Minuten
  • Porties: 6 Personen
  • Kookmethodes: Elektrische oven, Fornuis, Oven
  • Keuken: Hongaars
  • Seizoensgebondenheid: Pasen

Ingrediënten voor het deeg van de Diós bejgli:

  • 500 g bloem 0
  • 7 g actieve droge gist
  • 70 g suiker
  • 20 g boter
  • 3 eidooiers
  • naar smaak zout
  • 120 ml lauwwarm water
  • 200 g fijngemalen walnoten
  • 100 g suiker
  • 1 1/2 eetlepel boter
  • 50 g rozijnen
  • naar smaak rum
  • 1 citroen (alleen geraspte schil)
  • 1 eidooier (om het oppervlak te bestrijken)

Bereiding

  • Voor het deeg werk de bloem, boter, suiker en zout samen, voeg dan de gist toe die in het lauwwarme water is opgelost tot je een vrij zacht deeg krijgt.

    Voeg de eidooiers toe.

    Als je een glad en homogeen deeg hebt, maak je 2 balletjes van gelijke grootte en leg je die ongeveer 1 uur in de koelkast, onder plasticfolie.

    Voor de bereiding van de vulling: breng in een steelpan het water met de suiker aan de kook, al roerend tot je een siroop hebt.
    Voeg de fijngemalen walnoten, de rozijnen die in rum zijn geweekt en de citroenschil toe.
    Laat op laag vuur koken, al roerend tot je een dikke massa hebt.
    Laat volledig afkoelen alvorens het als vulling te gebruiken.

    Rol de twee degen uit met behulp van de deegroller op een met bloem bestoven plank.

    Leg de vulling en rol het deeg op.

    Bestrijk met het met een lepel water geklopte eigeel het oppervlak en leg op bakpapier om te bakken.

    Bak in de oven op 180°C gedurende ongeveer 30 minuten.

Dit is een typisch Hongaars paasdessert.

Voor de paasperiode, suggereer ik een geschikt boek: Le cento migliori ricette di Pasqua a 5,00 €

  • Wat is het verschil tussen diós bejgli en diós rétes?

    De Diós Bejgli en de Diós Rétes zijn twee traditionele Hongaarse desserts op basis van walnoten, maar ze verschillen in het type deeg, textuur en de gelegenheden waarop ze worden gegeten.

    🥮 Diós Bejgli – Walnotenrol
    Deeg: Het is een rijk gerezen deeg bereid met boter en eieren.
    Vorm: Compacte rol, vergelijkbaar met een boomstam.
    Bereiding: Het deeg wordt uitgerold, gevuld met een vulling van gemalen walnoten, suiker, melk en aroma’s, dan opgerold en gebakken.
    Gelegenheden: Traditioneel geserveerd tijdens Kerst- en Paasfeesten.
    Kenmerken: Het heeft een glanzende en gebarsten korst, verkregen door de buitenkant met ei te bestrijken voor het bakken.

    🍂 Diós Rétes – Walnotenstrudel
    Deeg: Flinterdun uitgerold deeg, vergelijkbaar met filodeeg.
    Vorm: Lang en dun, vaak opgerold in een spiraal of gevouwen.
    Bereiding: Het deeg wordt in dunne vellen uitgerold, gevuld met gemalen walnoten, suiker en aroma’s, dan opgerold en gebakken.
    Gelegenheden: Geconsumeerd het hele jaar door, vaak als alledaags dessert.
    Kenmerken: Lichte en knapperige structuur, dankzij de vele dunne laagjes deeg.

  • Wat is het verschil tussen Diós bejgli en orehova potica (Sloveens)?

    Diós bejgli (Hongaars) en orehova potica (Sloveens) zijn twee traditionele kerstkoeken uit Centraal-Europa die qua vorm (gevulde rol) vergelijkbaar zijn, maar verschillen in herkomst, deeg en traditie:

    Diós bejgli: Hongarije. Het is een van de twee klassieke kerstbejglis (diós = walnoten, mákos = maanzaad).
    Orehova potica: Slovenië. Een nationale Sloveense taart, ook wijdverbreid in Friuli en Istrië.

    Deeg
    Bejgli: gerezen deeg maar compact, vergelijkbaar met een rijk korstdeeg verrijkt met boter of reuzel. Het deeg is elastisch en weinig gesuikerd.
    Potica: zacht gerezen deeg, zeer vergelijkbaar met dat van een brioche of een broodje. Vaak luchtiger en sponsachtiger.

    Vulling
    Beide hebben gemalen walnoten, suiker, melk en aroma’s (vaak kaneel, rum, citroenschil).
    Potica kan ook honing, room, opgeklopte eiwitten en soms rozijnen bevatten.
    De verhoudingen in bejgli neigen naar een compactere en drogere vulling.

    Vorm en bakwijze
    Bejgli: opgerold, gebakken als een enkele rol, bestreken met ei voor een glanzende en gebarsten korst.
    Potica: vaak gebakken in een ringvorm (potičnik), maar kan ook worden opgerold en zonder vorm worden gebakken.

    Gelegenheid
    Beide worden met Kerstmis gegeten, maar de potica is ook een Paas- en feestelijke taart in het algemeen.

    Samenvatting:
    Diós bejgli → Hongaarse rol met compacter deeg, met walnotenvulling, met een glanzende korst.
    Orehova potica → Sloveense rol met zachter deeg, vaak gebakken in een vorm, rijker en soms met room/honing

Author image

viaggiandomangiando

Etnische kook- en reisblog.

Read the Blog