Stappen

• Zeef eerst de bloem in een kom; breek de eieren erin, voeg het snufje zout toe en meng met de garde (of met de elektrische mixer).

  Voeg beetje bij beetje de koude melk toe terwijl je blijft roeren met de garde.

  Voeg de gesmolten boter toe, meng opnieuw tot je een glad en homogeen mengsel hebt zonder klonten. Dek af en laat ongeveer 1 uur rusten.

• Opmerking: Het beslag moet vloeibaar zijn, maar niet te dun, anders blijft het aan de bodem van de pan plakken en kun je het niet omdraaien.

• Verwarm ondertussen een koekenpan van ongeveer 20 – 22 cm in diameter op laag vuur voor een paar seconden, haal het van het vuur en vet het in met een beetje boter (of olie).

• Opmerking: De pan mag niet te heet zijn, anders gaat het beslag bubbelen, maar ook niet te koud, want dan blijft het beslag niet plakken.

• Giet een pollepel beslag (het moet de bodem bedekken). Draai de pan om het beslag gelijkmatig over de bodem te verdelen zonder lege plekken. Het is waarschijnlijk dat de eerste crespelle krult en niet loskomt. Als dat gebeurt, is de pan nog niet heet genoeg.

• Bak de crespelle ongeveer 1 minuut. De onderkant moet droog en net goudbruin zijn. Zodra het kleur heeft, komt het gemakkelijk los van de pan, draai het dan om met een spatel (of je kunt de rand vastpakken en de crespelle voorzichtig met je vingers optillen).

• Leg het op een bord en ga verder met het voorbereiden van de andere crêpes tot het beslag op is.

  

• Als je de speciale crêpemaker gebruikt, hoef je alleen maar het beslag op het bord te gieten en de pan erin te draaien. Het voordeel van de crêpemaker is dat hij speciaal is ontworpen om de temperatuur van de bakplaat constant te houden, zodat je zeer dunne en regelmatige crespelle kunt maken.

  

• Bereid op dit punt de champignons voor. Ik heb bevroren champignons gebruikt. Ik heb ze bevroren in de pan gedaan met 3 eetlepels extra vergine olijfolie en ze ongeveer 10 minuten laten bakken, daarna heb ik een handvol gehakte peterselie en de knoflook toegevoegd. Als ze te groot zijn, snijd ze dan doormidden en zet ze apart.

  

• Als je verse champignons gebruikt, volg dan de procedure hier.

• Terwijl ze afkoelen, bereid je de bechamelsaus voor. Of, als je sneller wilt, gebruik dan de kant-en-klare versie.

• Smelt in een pan met dikke bodem op laag vuur 60 g boter; voeg de bloem toe en roer krachtig met een garde tot het gaat bubbelen en lichtbruin wordt (de zogenaamde roux).

  

• Voeg vervolgens de warme melk toe (je hoeft het niet te koken) en blijf roeren tot je een dikke, maar niet te dikke consistentie krijgt, voeg dan het zout en de peper toe. Bewaar het op kamertemperatuur

• Tip: de bechamelsaus moet niet te dik of te dun zijn, want in de oven zal het uitdrogen.

• Voordat je begint met het vullen van de crespelle, snijd je de gekookte ham in reepjes en vervolgens doormidden, en zet het apart.

  Verwarm ondertussen de oven voor op 180°C.

• Doe een derde van de bechamelsaus in een container en voeg de champignons toe. Vet een ovenschaal in met 2 – 3 eetlepels bechamelsaus. Verspreid de crespelle op een bord, vul ze met een dunne laag bechamelsaus en champignons en voeg dan de ham toe.

  

• Vouw ze dubbel en dan nogmaals in tweeën, zodat er een waaier ontstaat en leg ze in de ovenschaal.

  Tip: als je ze vouwt (zoals in de eerste foto), druk ze dan lichtjes aan zodat de vulling gelijkmatig verdeeld wordt.

  

• Omdat een van mijn kinderen niet van champignons houdt, heb ik er een paar gemaakt met alleen bechamelsaus, gekookte ham en geraspte fontina.

  

• Als je klaar bent met het vullen van de crêpes, bedek ze dan met de overgebleven bechamelsaus, de geraspte kaas (eventueel ook de fontina), een scheutje extra vergine olijfolie en bak ze in de voorverwarmde oven gedurende ongeveer 20 – 25 minuten, tot ze goudbruin zijn.

  

• Haal uit de oven en laat iets afkoelen voordat je serveert. Hier zijn de Crespelle met Champignons en Ham klaar. Eet smakelijk!

  

• Tot het volgende recept.

  
•