Bereiding van de appelstrudel

• Bereid de basis.
  Doe de bloem, de suiker, de in stukjes gesneden zachte boter en het snufje zout in een grote kom.
  Voeg het lauwwarme water toe en kneed tot je een glad en elastisch deeg krijgt.
  Vorm een bal, leg deze op het werkblad, dek af met een kom en laat het een half uur rusten.

• Bereid intussen de vulling.
  Doe de rozijnen in een kommetje en bedek ze met warm water om ze te laten weken.
  Schil de appels, verwijder de klokhuizen en pitten en snijd ze in blokjes.
  Doe ze in een kom, voeg de suiker, kaneelpoeder naar smaak en citroenschil toe en meng goed.
  Smelt de boter in een pan en voeg zodra het bruist het paneermeel (of fijn verkruimeld biscuit) toe. Laat het goudbruin worden en breng het dan over naar een kom om af te koelen.

• Voeg de pijnboompitten en de goed uitgeknepen rozijnen toe aan de kom met appels, samen met het paneermeel en meng goed.
  Na de rusttijd rol je het deeg uit tot een dikte van ongeveer een centimeter, probeer een rechthoek te vormen.
  Breng het deeg over op een kleurige theedoek en trek het voorzichtig uit aan de uiteinden met de vingertoppen om het niet te breken en de bladerdeeg dunner te maken totdat je de theedoek eronder doorheen kunt zien.

• Leg de vulling in het midden van de rechthoek, druk het aan met je handen om een worstje te vormen en dek het dan af met de zijkanten van het deeg, altijd voorzichtig trekkend en geholpen door de theedoek eronder.
  Vouw de uiteinden goed om, leg dan voorzichtig de strudel op een met bakpapier beklede bakplaat.
  Maak inkepingen in de bovenkant van de strudel en bestrijk het met de gesmolten boter voor de decoratie.

• Bak in een voorverwarmde statische oven op 180° gedurende veertig minuten.
  Haal de appelstrudel uit de oven en laat hem volledig afkoelen voordat je hem met poedersuiker bestrooit en serveert. Je kunt er ook warm van genieten met vanille-ijs, slagroom of custard.

  Chez Bibia