Bereiding van de cartellate

• Verwarm de 60 ml extra vergine olijfolie met de in stukjes gesneden schil van de mandarijn. Zet uit en laat afkoelen.
  Doe de bloem in een grote kom, maak een kuiltje in het midden, giet de gefilterde gearomatiseerde olie erin en begin te mengen met een vork tot je een zanderig mengsel hebt.
  Voeg een snufje suiker en een snufje zout toe.
  Los het bakpoeder op in de 100 ml witte wijn, meng goed en voeg het toe aan het bloemmengsel en kneed het, indien nodig, beetje bij beetje met de resterende 50 ml wijn, tot je een homogeen, stevig en droog mengsel hebt, goed compact.
  Vorm een deegbal en laat het een half uur afgedekt met een doek rusten.

• Na de rusttijd, neem het deeg en snijd het in stukjes.
  Haal elk stukje door de pastamachine (ook wel “nonnna papera” genoemd) op dikte 1, herhaaldelijk, tot het glad en bijna transparant is, haal het dan tweemaal door stand 4, een keer op 7 en de laatste keer op 9.
  Je krijgt een zeer dunne deeglaag. Leg het op het werkvlak en snijd er met een kartelwieltje strips van 4 cm bij 25.
  Vouw elke rechthoek dubbel en knijp elke twee centimeter met natte vingertoppen om de twee randen samen te voegen, rol dan op tot een soort roos en sluit de buitenrand af met een beetje water.
  Leg de zo gemaakte cartellate op een met bakpapier beklede schaal en laat ze minstens 5 uur op een koele, droge plaats rusten.

• Na het rusten, frituur ze in voldoende hete olie tot ze goudbruin zijn.
  Laat ze uitlekken op een bord bekleed met keukenpapier of absorberend keukenpapier met de kant van de “holtes” naar beneden om de olie goed te laten uitlekken.
  Wanneer je ze serveert, verwarm wat honing (of vincotto) en dompel de cartellate er een voor een in, draai ze voorzichtig om en laat ze goed bedekken, en werk af met de gekleurde suikerkorrels.

  Chez Bibia