Stappen

• Maak en weeg alle ingrediënten. Giet de melk en het water in een kookpan. Voeg de suiker, zout en boter toe. Zet de kookpan op het vuur en breng aan de kook. Haal de pan van het vuur en voeg in één keer de bloem toe, terwijl je met een houten lepel roert. Zet terug op het vuur en roer totdat je een glad en homogeen mengsel krijgt. Wanneer het deeg loskomt van de bodem en de zijkanten van de pan, blijf roeren en koken voor twee/drie minuten. Giet het mengsel in een kom, laat het een beetje afkoelen en voeg de hele eieren één voor één toe, goed mengen voordat je het volgende ei toevoegt. Werk het deeg goed elke keer dat je een ei toevoegt, zodat het geen tijd heeft om te koken. Op deze manier ontstaan er kleine luchtbellen die ervoor zorgen dat het deeg tijdens het bakken goed rijst. Het deeg moet goed worden gekneed voor minstens vier minuten: het is klaar als het een lint vormt als je het optilt met een spatel. Doe het deeg in een spuitzak en vul de babà-vormpjes of stevige muffin-vormpjes. Bak de Lulù in een voorverwarmde convectieoven op 220 °C gedurende tien minuten, verlaag dan de temperatuur naar 160 °C en bak gedurende vijftien minuten. Ga door met het verlagen van de temperatuur met 20 °C elke vijf minuten bakken tot je de oven uitzet. Op deze manier zullen de Lulù groeien, goed bakken en niet inzakken. Na het bakken, open de deur op een kier en laat de Lulù binnen afkoelen. Haal ze na afkoeling uit de oven, verwijder ze uit de vorm en laat ze afkoelen op een taartrooster.

  

• Klop de goed gekoelde room met een elektrische mixer. Wanneer het volume begint toe te nemen, voeg dan de poedersuiker beetje bij beetje toe totdat de room goed opgeklopt is. Maak met een mes een opening aan de onderkant van de Lulù. Doe de room in een spuitzak en vul de Lulù volledig. Bestrooi ze met poedersuiker en zet ze een paar uur in de koelkast voordat je ze serveert.