Om gebakken calamari en garnalen te bereiden, begin met het schoonmaken van de calamari. Pak het lichaam met één hand en de kop met de andere, trek dan voorzichtig aan de kop om de ingewanden te verwijderen. Verwijder vervolgens de gladius uit de zak, haal de huid eraf en spoel af onder stromend water om eventuele resten te verwijderen.

Ga verder met de kop: verwijder de ogen en de snavel met een schaar. Na het schoonmaken van de calamari, leg ze op een snijplank en snijd ze in ringen. Droog de calamari zorgvuldig met keukenpapier om overtollig water te verwijderen.

Neem nu de garnalen onder handen: verwijder de kop en de staart, laat het pantser intact. Spoel ze af onder stromend water om eventuele resten te verwijderen.

Doe de bloem in een kom en voeg de calamari toe, goed bebloemen. Doe hetzelfde met de garnalen.

Zet een pan met veel olie op het vuur en controleer de temperatuur af en toe met een keukenthermometer: deze moet 180° bereiken voor een uitstekende frituur. Terwijl de olie opwarmt, leg je de calamari in een zeef om de overtollige bloem te verwijderen. Doe hetzelfde met de garnalen.

Wanneer de vereiste temperatuur is bereikt, dompel de calamari in de olie en laat ze koken totdat ze goed goudbruin zijn. Bereid ondertussen een ovenschaal voor door deze te bekleden met keukenpapier. Wanneer de calamari klaar zijn, haal ze uit de olie met een schuimspaan en leg ze in de ovenschaal om de overtollige olie op te nemen.

Voordat je doorgaat met het koken van de garnalen, zorg ervoor dat de temperatuur van de olie weer 180° bereikt. Dompel dan de garnalen in de olie en wacht tot ze goudbruin zijn. Na het koken, haal ze uit de olie met een schuimspaan en leg ze in de ovenschaal.

Zout de gebakken calamari en garnalen naar smaak en serveer aan tafel, vergezeld van enkele schijfjes citroen.