Allereerst, giet de bloem op een deegplank en maak de klassieke fontijnvorm. Voeg de eieren op kamertemperatuur en de eetlepel olie in het midden toe.

Begin met het mengen van de ingrediënten met een vork en, wanneer de eieren de bloem hebben opgenomen, ga verder met kneden met de hand tot je een glad en homogeen deeg hebt. Wikkel het deeg in huishoudfolie en laat het 30 minuten rusten bij kamertemperatuur.

Na de nodige tijd, verdeel het deeg in porties van ongeveer 100-110 gram. Gebruik een pastamachine om eerst een dikkere deeglap uit te rollen, vouw de zijkanten naar het midden, bestuif lichtjes met bloem en rol een nieuwe deeglap uit. Ga zo verder tot je een dikte van ongeveer 2 millimeter bereikt.

Leg de deegvellen op een licht met bloem bestoven werkvlak en snijd de randen met een mes om een regelmatige vorm te krijgen. Als het deegblad te lang is, kun je het doormidden snijden, bestuif het lichtjes met bloem en laat het ongeveer tien minuten rusten, de tijd die nodig is om het iets te laten drogen.

Rol de deegvellen op met de naad naar boven. Snijd de rol met een mes in plakjes van ongeveer 5-7 millimeter dik. Rol vervolgens de plakjes uit en leg de tagliatelle op een licht met bloem bestoven werkvlak. Ga zo verder tot het deeg op is.

Uw tagliatelle zijn klaar om te koken! Ze zijn perfect met een klassieke Bolognese ragù, maar ze passen ook goed bij de verfijnde smaak van porcini champignons, die hun smaak versterken. Als je iets lekkerders wilt, kun je ze gebruiken om een heerlijke ovenschotel te maken.