Steriliseer eerst de potten en deksels en breng vervolgens het water en zout voor de pekel gedurende ongeveer 5 minuten aan de kook. Voor eventuele twijfels over het proces en voor een veilige werkwijze, raadpleeg het artikel Zelf conserven maken.

Snijd de stengel af en schil deze met een scherp mesje zodat alleen het zachte deel overblijft. Zodra het klaar is, snijd het doormidden en laat het weken in water en azijn (ongeveer 800 g water en 200 g azijn).

Verwijder de buitenste bladeren rond de artisjok, probeer ze te breken en niet te trekken, zodat de zachtere basis niet loskomt. Verwijder het harde deel van de overgebleven stengel en het uiteinde van de bladeren.

Snijd de artisjok doormidden, verwijder de pluisjes, de stekeligere binnenbladeren en dompel hem onder in water en azijn. Na het schoonmaken van alle artisjokken, spoel ze af onder stromend water en droog ze goed met keukenpapier.

Snijd vervolgens elke halve artisjok in vieren (alleen als ze Romeins zijn, zoals in dit geval, omdat ze groter zijn) en de stelen in tweeën. Plaats beide in de glazen pot.

Breng op smaak met een theelepel hele peperkorrels (zwart of gemengd), giet er de lauwwarme pekel over, voeg een laurierblad toe en sluit de pot luchtdicht af met het deksel.

Doe elke pot in een sok (natuurlijk een die je niet meer draagt omdat deze gescheurd of versleten is) en plaats ze in de pan met water. Als je geen sokken hebt, gebruik dan gerust de theedoekenmethode, want het belangrijkste is dat ze niet tegen elkaar stoten wanneer het water begint te koken.

Zet de pan op hoog vuur en zodra het water begint te koken, draai je het vuur iets lager en kook je 40 minuten. Na deze tijd zet je het vuur uit en laat je de potten afkoelen zonder ze eruit te halen. Eenmaal afgekoeld, haal je ze uit de sok en droog je ze af. Label ze en bewaar ze op een donkere en droge plaats.

Serveer je Artisjokken in pekel pas na 40 dagen, zodat de artisjoksmaak goed kan intrekken. Spoel ze onder stromend water en droog ze voordat je ze naar wens op smaak brengt.