Bereiding

• Wat het recept ook is, het eerste wat je moet doen is een bouillon maken, of het nu groente-, vlees- of visbouillon is…
  Nu naar de keuze van de pan: koper, aluminium en gietijzer zijn de beste materialen om risotto te koken.
  Vermijd staal, omdat de rijst daar gemakkelijk aan blijft kleven.
  De pannen moeten breed zijn en niet te hoge randen hebben.
  Voor een risotto die voldoende is voor 2-4 personen, raad ik een pan van 24 cm aan.
  Nu verder met de bereiding, die eerst een gebakken ui of knoflook vereist…
  Na deze stap verhoog je het vuur en voeg je de droge rijst toe.
  Rooster het 1 minuut, voortdurend roerend, zodat de roostering gelijkmatig is.
  Nu kun je de bouillon toevoegen, net genoeg om de rijst te bedekken, en roer totdat het begint te absorberen.
  Voeg dan weer bouillon toe en ga zo verder.
  Halverwege de kooktijd voeg je de ingrediënten toe die je risotto kenmerken.
  Tegen het einde van de kooktijd, proef en voeg zout naar smaak toe.
  Haal van het vuur en meng: voeg de zeer koude boter toe, dek af met een deksel voor 1 minuut.
  Ontdek en roer krachtig.
  De risotto moet zacht en romig zijn, maar met intacte en goed loszittende korrels.
  Echte risotto is nooit stevig, maar ook niet waterig.
  Om het perfect gelukt te zien wiegen je de pan: de rijst moet heen en weer golven.
  Alle risotto’s die deze procedure niet volgen, kunnen we niet echt risotto noemen, maar alleen “Rijst met het kenmerkende ingrediënt”.