Voordat we de crêpes gaan maken, zetten we de room in de koelkast, want die moet koud zijn om goed te kunnen worden opgeklopt.

We wassen de kersen, verwijderen de steeltjes en de pitten (een olijvenontpitter werkt prima). Halveer ze of verdeel ze in meer delen als ze groot zijn en bewaar ze in de koelkast, op een goed afgedekte schaal.

Nu gaan we de crêpes maken.

In een kom mengen we de bloem en de gezeefde cacao samen, het zout, de poedersuiker, een beetje geraspte citroenschil en mengen het goed.

We voegen de melk toe, voegen het hele ei toe en mengen onmiddellijk alle ingrediënten, totdat we een semi-vloeibaar beslag krijgen.

Aangezien niet alle bloemsoorten dezelfde hoeveelheid vloeistof absorberen, kan het nodig zijn een theelepeltje of eetlepel extra melk toe te voegen om het mengsel vloeibaar te maken. Laat het mengsel 15 minuten rusten op kamertemperatuur, afgedekt met plasticfolie.

Na 15 minuten smelten we de boter in het pannetje dat we zullen gebruiken om de crêpes op het kleinste fornuis op laag vuur te bakken.

Zodra het is gesmolten, halen we het pannetje van het fornuis en laten de gesmolten boter een minuut op kamertemperatuur staan en voegen het dan toe aan het beslag, voorzichtig roerend om luchtbellen te voorkomen; zo hoeven we het pannetje niet steeds opnieuw in te vetten om de crêpes probleemloos te bakken.

We zetten het pannetje op het kleinste fornuis op middelhoog vuur.

Zodra het goed heet is, schenken we een soeplepel of 2 ruime eetlepels beslag en zorgen ervoor dat het mengsel zich onmiddellijk en gelijkmatig over de bodem van de pan verdeelt; we moeten in deze fase zeer snel zijn.

We bakken elke crêpe ongeveer 30 seconden aan elke kant (we passen ons aan aan de warmte van onze fornuizen). Maak je geen zorgen als de eerste crêpe er niet mooi uitziet.

De crêpes zijn klaar om te worden omgedraaid als het hele beslag stevig is en niet meer vloeibaar.

Om de crêpes om te draaien gebruiken we een houten spatel; als de crêpe weerstand biedt, dat wil zeggen niet gemakkelijk van de bodem van de pan loskomt, laten we het nog een paar seconden liggen en proberen het dan opnieuw om te draaien.

We verplaatsen elke gebakken crêpe naar een schoteltje, de ene bovenop de andere.

We gaan door totdat we alle ingrediënten hebben gebruikt.

Terwijl de crêpes afkoelen, schenken we de room in een kom en beginnen die op te kloppen met een elektrische mixer.

Zodra de room begint stevig te worden, voegen we de poedersuiker en de geraspte schil toe en kloppen we nog ongeveer 30 seconden door, totdat we een stevige maar nog steeds zachte consistentie bereiken, niet te hard.

Nu zijn we klaar om elke crêpe te vullen met een paar eetlepels room en kersen naar smaak.

Voordat we ze serveren, maken we de crêpes af met een strooi poedersuiker.

Eet smakelijk