Een tip voordat we onze lekkernijen gaan maken: als de temperatuur in huis hoog is, raad ik aan om koude melk, boter en chocolade uit de koelkast te gebruiken.

Hak de pure chocolade in grove stukjes (of gebruik pure chocoladedruppels).

Snijd de koude boter uit de koelkast in kleine stukjes.

Bereid de kruiden voor die we zullen gebruiken om onze gebakjes op smaak te brengen (geraspte schil van citrusvruchten, kaneel, vanille, enzovoort). Als je wat likeur wilt toevoegen, moet het gewicht ervan van de melk worden afgetrokken; dat wil zeggen, als ik besluit om 5 milliliter likeur toe te voegen, voeg ik slechts 105 milliliter melk toe in plaats van 110 zoals voorgeschreven door het recept.

Verwarm de oven voor op 180*

Zeef in een grote kom, of in die van een mixer, de bloem en het bakpoeder samen, voeg het zout, de kleine stukjes boter, eventuele poederkruiden (geen vloeistoffen in deze fase), de suiker en de chocolade toe.

Meng kort om een grof kruimelig mengsel te krijgen.

Voeg nu de melk (en eventuele likeur) toe die we beetje bij beetje zullen gieten, aangezien de bloem niet altijd dezelfde hoeveelheid vloeistoffen absorbeert; om te voorkomen dat je een te plakkerig en onhandelbaar deeg krijgt of, integendeel, te hard, kan het nodig zijn om iets minder of meer melk toe te voegen dan de door mij aangegeven hoeveelheid.

Meng totdat je een stevig deeg krijgt dat je met de handen samenvoegt; het deeg zal vrij los aanvoelen.

Draai het vervolgens op de licht met bloem bestoven tafel en werk het nog even door totdat je een compact deeg krijgt, juist dankzij de boter die begint te verzachten en als bindmiddel fungeert. De uiteindelijke consistentie moet die van zanddeeg zijn.

Rol het deeg uit met een deegroller tot een dikte van 1 vinger. Gebruik een uitsteker (of een koekjesvorm of een glas) met een diameter van 3,5 centimeter om onze gebakjes uit te snijden, totdat het deeg op is, en kneed indien nodig opnieuw om meer gebakjes uit te snijden.
Leg ze een voor een op een met bakpapier beklede bakplaat, met een vinger afstand van elkaar.

Bak ze ongeveer 20/22 minuten in de voorverwarmde oven, op de middelste plank. De gebakjes zijn klaar wanneer de onderkant goudbruin is en stevig aanvoelt. Haal ze onmiddellijk uit de oven en laat ze afkoelen voordat je ze met poedersuiker bestrooit.

Een extra idee. De chocoladegebakjes kunnen worden bedekt met suiker-, chocolade-, royal icing- of notenpasta.

We kunnen het deeg ook verrijken met hele of gehakte noten, zoals pinda’s, cashewnoten, amandelen, pistachenoten, walnoten; of met gedroogd fruit zoals gedroogde vijgen, gekonfijte gember, stukjes ontpitte dadels, abrikozen, enzovoort.

Bon appetit.