Goedemorgen en welkom. Vandaag presenteer ik een extreem eenvoudig recept met een buitengewoon resultaat, zowel qua smaak als presentatie. Het is kabeljauw in een zachte en aromatische aardappelkorst, omhuld in een extra knapperige bladerdeegkorst. Het is een heerlijk en elegant visgerecht, dat in zijn geheel kan worden geserveerd als het om kleine kabeljauwen gaat, of in stukken voor grotere vissen. Het bladerdeeg kan ook glutenvrij zijn en kan worden vervangen door briséedeeg.
- Moeilijkheidsgraad: Zeer eenvoudig
- Kosten: Gemiddeld
- Porties: 4
- Kookmethodes: Oven
- Keuken: Italiaans
- Seizoensgebondenheid: Herfst, Winter en Lente
Ingredienten
- 1 Verse kabeljauw (ongeveer 600 gram)
- 1 rol Bladerdeeg (of briséedeeg)
- 1 Middelgrote aardappel (ongeveer 120 gram)
- naar smaak Rozemarijnnaalden
- 2 eetlepels Droge witte wijn
- 1 eetlepel Extra vergine olijfolie
- naar smaak fijn zout
Gereedschappen
- 1 Mandoline
- 1 Kwast
Stappen
Reinig en ontbeen de kabeljauw, verwijder de kop, de centrale graat en de zijgraten.
Open de kabeljauw in de lengte, “als een boek”, dus zonder de twee delen volledig te scheiden.
Houd het bladerdeeg op het bijgeleverde bakpapier en rol het dun uit met behulp van een deegroller.
Meng wijn en olie in een kommetje.
Was, droog en hak de rozemarijnnaalden zeer fijn met een mes.
Schil en snijd de aardappel in dunne plakjes met een mandoline, indien mogelijk. Het is belangrijk dat de aardappelschijfjes zeer dun zijn.
Bestrijk eerst het bladerdeeg met een dunne laag van de wijn- en oliemelange, strooi er een snufje fijn zout en wat gehakte rozemarijn over.
Leg de kabeljauw op het bladerdeeg (aan de kant van de huid), bestrijk het met een beetje van de melange, nog een snufje zout en de fijngehakte rozemarijnnaalden.
Nu kunnen we de kabeljauw (met de vleeszijde naar ons toe) “bekleden” met de aardappelschijfjes.
Bestrijk de aardappelschijfjes goed met een beetje van de melange (let op om niet te veel te gebruiken, bestrijk ze alleen zonder overtollig vocht op de kabeljauw of het bladerdeeg achter te laten), voeg zout toe en nog wat gehakte rozemarijnnaalden.
Bedek de kabeljauw met het bladerdeeg, volg de randen van de vis (laat ongeveer twee vingers ruimte rondom en snijd het eventuele overtollig deeg weg).
Druk de randen van het bladerdeeg samen en rol ze op, zodat er een soort koord ontstaat rondom de kabeljauw. Als er nog wat van de wijn- en oliemelange over is, kun je een dunne laag over het bladerdeeg strijken.
Maak een of twee inkepingen aan de bovenkant van het deeg, zodat overtollig vocht kan verdampen, om te voorkomen dat het bladerdeeg (maar ook het briséedeeg, als je dat gebruikt) slap en niet krokant wordt.
Verplaats de kabeljauw in korst, met het bakpapier, naar een bakplaat, dek het af met huishoudfolie en zet het in de koelkast, in het koudste deel.
De rusttijd in de koelkast is essentieel. Bladerdeeg houdt er namelijk niet van om te veel te worden aangeraakt en de warmte van de handen en de kamertemperatuur kunnen de bladerdeeglaag tijdens het bakken en de uiteindelijke krokantheid beïnvloeden.
Verwarm ondertussen de oven voor op 200*.
Wanneer de oven op temperatuur is, haal de bakplaat uit de koelkast, verwijder de folie en bak deze in het midden van de oven gedurende ongeveer 20 minuten of totdat het gelijkmatig goudbruin is.
Zodra het bladerdeeg goudbruin is, zet de oven uit en laat de kabeljauw in korst ongeveer tien minuten rusten met de ovendeur op een kier, voordat je het uit de oven haalt en in 4 porties verdeelt.
Eet smakelijk

