Bereiding

• Bereid de poolish voor. Los de verse gist op in een kom met een eetlepel water op kamertemperatuur. Voeg de gezeefde bloem toe en kneed met het resterende water, beetje bij beetje toegevoegd, voldoende om een zeer zacht deeg te creëren, dat we goed afgedekt laten rijzen tot het verdubbeld is.

  Zodra de poolish zijn volume heeft verdubbeld, gaan we verder met het echte deeg.
  Deeg. Doe in een grote kom, of in een mixer, het gezeefde bloem mengsel, zout, honing (of suiker) en voeg het water langzaam toe (mijn aangegeven hoeveelheden kunnen enigszins variëren, afhankelijk van het type bloem en de luchtvochtigheid). Begin met kneden om de ingrediënten te mengen. Voeg als laatste de olie toe en blijf kneden tot je een glad en zacht deeg krijgt, met een consistentie die aan zanddeeg doet denken, maar gemakkelijk te bewerken is.

  Rol het met de hand uit tot een soort vierkant en leg de poolish in het midden.

  Kneed tot de twee mengsels perfect zijn gemengd. Druk het verkregen deeg lichtjes plat met de hand en rol het een paar keer over zichzelf. Deze stap geeft kracht en structuur aan de croissants.

  Laat het 1 uur rusten zodat de gluten zich ontspannen en we het met een deegroller kunnen uitrollen.
  Na de rusttijd, leg het deeg op een licht met bloem bestoven werkblad en rol het uit met een deegroller, waarbij je een cirkelvorm probeert te krijgen; de dikte is ongeveer 1/2 cm.
  Zodra we ons deeg hebben verkregen, verdelen we het eerst in 4 delen, vervolgens in 8, dan in 16 en uiteindelijk in 32 delen. We krijgen dus 32 kleine driehoeken, waarvan de kortste zijde ongeveer 3-4 cm is. (we zullen ons natuurlijk aanpassen aan onze behoeften en de grootte kiezen die we nodig hebben).

  Rol onze mini croissants op vanaf de kortste zijde en werk naar de punt toe. Plaats elke verkregen croissant op een met bakpapier beklede bakplaat, met ongeveer 2 centimeter afstand tussen elke croissant.
  We kunnen het deeg ook rechthoekig uitrollen en de driehoeken voor de croissants diagonaal snijden.

  Wanneer we klaar zijn met het maken van onze croissants, kunnen we ervoor kiezen om ze onmiddellijk in te vriezen of ze te laten rijzen en vervolgens te bakken.
  Als we ervoor kiezen om ze in te vriezen, leg ze dan naast elkaar, zonder ze te overlappen, op een met bakpapier beklede schaal, sluit goed af met plasticfolie en plaats ze in de vriezer. Zodra ze volledig bevroren zijn, kunnen we ze overbrengen naar diepvrieszakjes.
  Als we ervoor kiezen om ze te bakken, laten we ze rijzen tot ze verdubbeld zijn.

  Bak ze op 170°C in een reeds verwarmde oven, gedurende ongeveer 15/20 minuten, op middelste hoogte. De baktijden kunnen enigszins variëren van oven tot oven.
  Voordat we onze mini croissants bakken, kunnen we ze bestrijken met een mengsel van eigeel en 2 eetlepels melk, om die karakteristieke gouden kleur van brioche te geven, of we kunnen ze gewoon een paar minuten onder de grill zetten (zoals die op de foto’s die je hier ziet) na het bakken.

  De mini croissants voor buffet zonder eieren en boter blijven ook de volgende dag zacht, geurend en smaakvol.