Begin met het maken van de PASTA.
Maak op een houten deegplank een bergje van de bloem en een beetje griesmeel en voeg de eieren in het midden toe. Klop ze lichtjes met een vork en begin te kneden tot je een stevige, gladde bal hebt. Bedek deze met plasticfolie en laat minstens een half uur rusten.
Bereid de VULLING door de ricotta, Parmezaan en de rode kool, die je eerder in reepjes hebt gesneden en gestoofd in een koekenpan met een klontje boter, een beetje water en een snufje zout, te mengen. Mix alles tot een stevige massa (voeg indien nodig meer Parmezaan toe), doe het in een spuitzak en zet in de koelkast.
Bereid nu de RAVIOLI.
Rol het deeg uit met de pastamachine tot het dun genoeg is of, als je het goed kunt, met de deegroller, zoals de traditionele pastamaaksters doen. Maak stroken en leg met de spuitzak op een van deze stroken goed verdeelde hoopjes vulling (pas de hoeveelheid aan afhankelijk van de gebruikte uitsteekvorm).

Sluit ze vervolgens af met een andere pastastrook en snijd ze een voor een uit met de vorm, zorg ervoor dat er geen lucht in blijft.

Leg ze op een speciaal rek of op een met griesmeel bestrooide schaal zodat ze niet aan elkaar plakken en, als je ze niet meteen kookt, bewaar ze dan in de vriezer.