De Abará is de minder calorierijke versie van de meer bekende acarajé, omdat het gestoomd in een bananenblad wordt in plaats van gefrituurd.

Als men spreekt over de staat Bahia, in het noordoosten van Brazilië, zijn er veel typische recepten, waarschijnlijk is het de staat met de meeste typische gerechten die ook in de rest van de wereld bekend zijn.

Zoals je weet heb ik 8 maanden in de staat Bahia gewoond en ken ik de keuken goed, aangezien ik al het recept voor acarajé op de blog heb voorgesteld, het ware symbool van de Baiaanse keuken, kon ik niet anders dan dieper ingaan op de ‘zus’ abará.

De ingrediënten van het beslag van deze soort pannenkoek zijn hetzelfde, namelijk zwarte oogbonen, evenals de vulling van gedroogde garnalen en dendêolie.

Maar het andere verschil is dat in de abará de specerijen in het beslag zelf zijn inbegrepen en dus geen vulling zijn.

De naam komt van aba’ra, een Yoruba-term (een typisch Afrikaanse religie vol legendes) en maakt deel uit van een candomblé-ritueel (de Afro-Braziliaanse religie afgeleid van traditionele Afrikaanse culten).
Er wordt gezegd dat het de kool (àkarà) vertegenwoordigt, afgekoeld door liefde en omdat het is opgedragen aan Oba, een orixá (godheden van de Yoruba-religie vertegenwoordigd door de natuur) die het teken van liefde op je lichaam draagt.

De Baiaanse keuken onderscheidt zich van andere Braziliaanse keukens door de sterke invloed van de Afrikaanse keuken, de abará heeft namelijk Nigeriaanse oorsprong, in Nigeria wordt het Mon-Mon genoemd en zoals veel andere gerechten is het ontstaan uit slavernij.

De foto hieronder is die gegeten bij de kraam Acarajé do Jaques in Coroa Vermelha.