Eenmaal in Rome aangekomen, aan het einde van onze reis, brachten we de avond door in Trastevere en dineerden we in het restaurant “Belli all’angolo“.
Onder onze voorgerechten, een Romeinse specialiteit die op de een of andere manier doet denken aan de vaak genoemde cuoppo napulitano, namelijk de supplì.
De term “supplì” komt van het Franse “surprise”, wat “verrassing” betekent, verwijzend naar het smeltende mozzarella-hart dat binnenin verborgen is.
Een van zijn meest voorkomende namen is “supplì al telefono“, omdat je hem traditioneel heet eet, en als je hem in tweeën breekt, creëert de smeltende mozzarella een “draad” tussen de twee delen rijst waardoor het lijkt op een telefoon.
Erg vergelijkbaar met het Siciliaanse arancino recept, en dus met de Napolitaanse rijstballen (e pall ‘e riso), maar het onderscheidt zich door de kenmerkende ovale (of torpedovormige) vorm en de vulling: in de originele supplì hoort alleen ragù en mozzarella; er hoort geen ham in, geen erwten en ze moeten rood zijn.
In het originele supplì-recept werden ook kippenlever gebruikt, die tegenwoordig worden vervangen door het eenvoudigere en gebruikelijkere gehakt dat wordt gebruikt om normale ragù te maken.
De buitenste paneerlaag kent twee verschillende recepten: de eerste bestaat uit een eerste bloemlaag, daarna een eilaag en tenslotte een laag paneermeel. De tweede gebruikt alleen paneermeel en is het meest verspreide recept.
Heel vaak wordt de rijst van de vorige dag gebruikt. Sommigen koken de rijst en voegen deze dan toe aan de ragù, terwijl anderen deze direct in de saus laten sudderen.
- Moeilijkheidsgraad: Zeer makkelijk
- Kosten: Zeer goedkoop
- Bereidingstijd: 10 Minuten
- Porties: 12 supplì
- Kookmethodes: Frituren
- Keuken: Italiaans
Ingrediënten recept van de traditionele Romeinse supplì
- 200 g rijst (carnaroli, arborio en vialone nano)
- 300 g tomatenpuree
- 150 g gehakt
- 150 g mozzarella
- q.b. pecorino romano
- 2 eieren
- 1 1/2 glas wijn
- q.b. zout en peper
- q.b. paneermeel
- q.b. zaadolie
Bereiding recept van de traditionele Romeinse supplì
Bereid de ragù op basis van gehakt, rode wijn en tomatenpuree: giet een scheutje extra vierge olijfolie in een pan en bak het gehakt een paar minuten, totdat het van kleur verandert en lichter wordt. Op dit punt blus je af met een half glas rode wijn en wacht je tot het volledig is verdampt.
Voeg de tomatenpuree toe, roer en voeg zout toe.
Laat ongeveer 30 minuten op laag vuur koken.Kook de rijst, bij voorkeur al dente. Voeg het toe aan de ragù en voeg de pecorino toe.
Doe de gekookte rijst in een kom en laat het afkoelen.
Klop de eieren, snijd de mozzarella in blokjes en laat overtollig water weglopen.
Neem wat rijst in je hand en leg in het midden een beetje mozzarella. Bedek met meer rijst en vorm het geheel tot een ovale vorm.
Haal de supplì door het ei en dan door het paneermeel. Hoe fijner het paneermeel, hoe minder kans dat de smaak van de olie van binnen te proeven is.
Verwarm de olie (180°C) en dompel de supplì erin.
Voeg 2 stuks tegelijk toe en laat 1 minuut per kant koken, draai en laat nog 1 minuut per kant koken tot ze goudbruin zijn.
Laat ze uitlekken en leg ze op keukenpapier om de bakolie te laten absorberen.
Dit is de glutenvrije versie geproefd in het restaurant ‘Il Tulipano Nero’ tijdens onze reis naar Rome in september 2022.
Alternatieven voor de klassieke versie:
Supplì kunnen ook in de oven worden gebakken op een beboterde bakplaat met een scheutje olie. Bak in een statische oven op 180°C gedurende ongeveer 20 minuten in het midden van de oven, zet de grill aan tijdens de laatste minuten.
Net als de Siciliaanse arancini (of arancine, afhankelijk van de regio) kunnen soms groenten (vooral spinazie of andijvie), spek, champignons, erwten, etc. in het mengsel worden opgenomen.
Langs de Romeinse kust bieden friteries ook supplì aan die zijn gemaakt met garnalenrisotto of visrisotto. Het is een gerecht dat moeilijk te vinden is in andere regio’s van Italië.
In de afgelopen jaren zijn verschillende Romeinse pizzeria’s en friteries begonnen met het aanbieden van de meest uiteenlopende smaakcombinaties binnen de supplì: van de gricia (pecorino, peper en guanciale), tot de amatriciana. Deze nieuwe interpretaties van de traditionele supplì worden nieuwe typische gerechten van de Romeinse keuken.
In de afgelopen jaren zijn verschillende Romeinse pizzeria’s en friteries begonnen met het aanbieden van de meest uiteenlopende smaakcombinaties binnen de supplì: van de gricia (pecorino, peper en guanciale), tot de amatriciana. Deze nieuwe interpretaties van de traditionele supplì worden nieuwe typische gerechten van de Romeinse keuken.
Zoals die geproefd in het restaurant ‘Pasta in Corso’, glutenvrij, tijdens mijn reis naar Rome in april 2025.


