CONSERVEREN IN 10 TIPS
1) Gebruik alleen groenten in perfecte staat, bij voorkeur niet te rijp.
2) Zorg ervoor dat wassen en schoonmaken goed gebeurt. Groenten kunnen, in afwachting van verwerking, in zuur water met citroen of azijn worden gelegd.
3) Was en steriliseer de potten vooraf voordat je ze vult.
4) Blancheer het product altijd in een zuur bad, behalve in kant-en-klare gerechten die het koken van de ingrediënten vereisen.
5) Voer sterilisatie uit op conserven, ongeacht de opvulvloeistof (olie, azijn, kookvloeistof of pekel).
6) Controleer direct na afkoeling de integriteit van de sluiting. De doppen moeten licht concaaf zijn vanwege het vacuüm in de pot.
7) Opslaan op een koele, donkere plaats.
8)  Gebruik de producten snel, gemiddeld na een paar maanden, zodat eventuele veranderingen zichtbaar zijn.
9) Vermijd consumptie als het deksel bol staat door interne gasvorming, of als er vlekken en afwijkende kleuren zichtbaar zijn.
10) Gebruik geopende conserven snel, altijd in de koelkast bewaren. Kant-en-klare gerechten moeten binnen een paar dagen (maximaal 2-3) worden verbruikt: conserven in olie en azijn blijven langer goed, vloeistof bijvullen. Nooit geserveerde en niet-geconsumeerde conserven terug in de potten doen.