Voorbereiding

• Maak de gamba’s schoon
  Scheid voorzichtig de koppen van de lichamen.
  ^{Gooi de koppen niet weg, je kunt ze gebruiken als basis voor een eventuele bouillon met gambakoppen of gambasaus.}

  Pel de gamba’s.
  Allereerst moet je het zwarte draadje verwijderen, ook wel de darm genoemd, waarvan de inhoud niet giftig is, maar wel onze gerechten kan bederven:
  • Snijd met een scherp mes een inkeping op de rug van de lichamen;
  • Verwijder het zwarte draadje, ook wel de darm genoemd, met behulp van een tandenstoker.

  Was de gamba’s grondig onder stromend water en laat ze vervolgens uitlekken in een vergiet.
  Dep het resterende water droog met vellen keukenpapier.
  Ze moeten goed droog zijn.

• Haal het licht bladerdeeg uit de koelkast.
  Rol het vel bladerdeeg voorzichtig uit.
  Snijd stroken van ongeveer 2 cm breed.

  Bekleed een bakplaat* met een vel bakpapier.
  * ruim, de gamba’s in licht bladerdeeg mogen niet overlappen.

  Wikkel elke gamba in een strook bladerdeeg, te beginnen bij de staart, waarbij de strook over elkaar heen gelegd wordt zonder openingen te laten.
  Als de strook bladerdeeg op is, ga dan verder met een tweede strook bladerdeeg.

  Leg de gamba’s in bladerdeeg op de bakplaat.
  Indien gewenst, strooi een handjevol sesamzaadjes of maanzaadjes over de gamba’s [deels of allemaal] en druk lichtjes aan om ze te laten hechten.

  

• Verwarm de oven kort voor.
  Bak in een voorverwarmde oven op 180° C gedurende 15-20 minuten, afhankelijk van de gewenste goudbruine kleur.

  Serveer op een bord.

  Je gamba’s in licht bladerdeeg zijn klaar.

  Eet smakelijk!

  

• • rolletjes van gamba’s in filodeeg.

  Het filodeeg [op basis van bloem en water, zonder toegevoegde vetten] is een goed licht alternatief voor bladerdeeg.
  Door de lagen te bedekken met een emulsie van water en extra vierge olijfolie [een druppeltje] krijg je een knapperige en smakelijke maar lichte laag.